Hoe schriftuurlijk is "van huis-tot-huis" prediking?

"en zonder ophouden , iedere dag, leerden zij in de tempel en aan huis, en verkondigden het evangelie, dat de Christus Jezus is."

— Handelingen 5 : 42, NBG-vertaling

Introductie

Één van de meest opvallende kenmerken van Jehovah's Getuigen is wel de methode waarmee ze hun "goede nieuws" verspreiden, het letterlijk van huis tot huis gaan.

De meeste getuigen nemen aan dat deze methode van prediking als een rechtstreeks gebod aan Christenen in de bijbel terug te vinden is. De teksten waarop De Wachttoren zich beroept zijn in het bijzonder Handelingen 5:42 en Handelingen 20:20. In de Nieuwe Wereld Vertaling is in beide verzen de uitdrukking "van huis tot huis" te vinden in verband met de prediking.

De Wachttoren, 15 oktober 1979Door de enorme nadruk die het Wachttoren Genootschap in haar publicaties op het belang van de verkondiging van "het goede nieuws van het koninkrijk" legt, leeft er bij Getuigen over het algemeen de overtuiging dat van huis tot huis prediking het onderscheidende kenmerk is van de ware volgelingen van Christus. Ook wordt van huis tot huis door de gemiddelde getuige direct gelijkgesteld met van deur tot deur. Dikwijls wordt in De Wachttoren verklaard dat dit de methode was die ook Jezus en zijn discipelen toepasten voor hun prediking. Verder leert De Wachttoren dat deelnemen aan deze vorm van prediking een manier is om een goed geweten tegenover God te kunnen hebben, dus, dat zelfs redding er van afhangt.

 

Een kwestie van vertaling?

De Griekse uitdrukking in Handelingen 5:42 die in de Nieuwe Wereld Vertaling wordt vertaald met "van huis tot huis" is kat' oikon. In Handelingen 20:20 wordt dezelfde uitdrukking gebruikt, waarbij de meervoudsvorm oikous - huizen - gebruikt wordt.

Dat het echter niet noodzakelijk is om kat'oikon te vertalen met "van huis tot huis" wordt eenvoudig aangetoond door de Kingdom Interlinear Translation of the Greek Scriptures, welke door het Wachttoren Genootschap zelf wordt uitgegeven. Dezelfde Griekse uitdrukking kat' oikon, zoals die in Handelingen 5:42 te vinden is, komt namelijk ook voor in Handelingen 2:46, Romeinen 16:5, Kolozenzen 4:15, 1 Korinthiërs 16:19 en Filemon 2. In geen van deze gevallen wordt echter "van huis tot huis" gegeven als vertaling:

Handelingen 5:42

Handelingen 5:46, Kingdom Interlinear

Handelingen 2:46

Handelingen 2:46, Kingdom Interlinear

Romeinen 16:5

Romeinen 16:5, Kingdom Interlinear

Kolossenzen 4:15

Kolossenzen 4:15, Kingdom Interlinear

 

Het Apostolisch voorbeeld — van-huis-tot-huis of van-deur-tot-deur?

Handelingen 5:42 en 20:20 worden talloze malen aangehaald om Jehovah's getuigen aan te sporen vooral te prediken. Maar hoewel de Wachttoren er de nadruk op legt dat Jehovah's Getuigen met de van-huis-tot-huis prediking uitdrukkelijk het apostolische voorbeeld volgen, is voor deze bewering eenvoudig geen enkel bewijs.

De vertaling van huis tot huis is niet zonder meer onjuist. Meerdere bijbelvertalingen, waaronder de King James vertaling, geven deze vertaling. Wat wél onjuist is, is om er op grond van deze vertaling een betekenis in te leggen die er niet in zit, namelijk dat van huis tot huis hetzelfde inhoudt als van deur tot deur, om vreemden bij hun eigen voordeur te benaderen. Er is geen enkel precedent om aan te nemen dat de apostelen naast de prediking in het openbaar, ook nog van huis-tot-huis gingen om vreemden te benaderen. Ook van Jezus zelf is nergens in de bijbel opgetekend dat dit zijn manier van prediken was. Hij predikte op de pleinen, markten, op bergen, in de tempel, maar nooit wordt vermeld dat hij van deur-tot-deur ging.

Zoals het verband van de overige verzen waar de uitdrukking "kat oikon" in voorkomt al aangeeft, waren de eerste christelijke gemeenten gewoon om in huizen bijeen te komen. Dát zijn de huizen waar geleerd werd, bij gemeenteleden. De leer die het Wachttoren Genootschap voor het "van-huis-tot-huis" gaan ontwikkeld heeft, gaat dus gemakshalve volledig voorbij aan het verband van de betreffende verzen, en krijgt een betekenis die het niet heeft.

 

Kenmerk van de ware Christelijke bediening?

De prediking van huis tot huis wordt tevens gezien als kenmerk van de ware Christelijke bediening, een bediening waarin alle andere religies gefaald hebben, en alleen Jehovah's Getuigen hun verantwoordelijkheid nemen.

"Terzelfder tijd wil geen van hen [de religieuze leiders van de Christenheid] de uitdaging aanvaarden van de ware christelijke bediening, in direct contact met mensen, van huis tot huis. Alleen Jehovahs Getuigen — de gezalfde Jeremiaklasse en de „grote schare” — hebben die verantwoordelijkheid aanvaard. — Jeremia 6:13; Handelingen 20:20, 21."

De Wachttoren, 1 april 1988, blz. 17

Deze bewering is niets meer dan het voortborduren op de reeds ontzenuwde bewering dat van huis tot huis prediking naar Apostolisch voorbeeld plaatsvindt.

 

Vrijwillig of verplicht?

Hoewel de deur-tot-deur dienst in theorie op vrijwillige basis plaatsvindt, wordt er in de Wachttoren literatuur niettemin de nadruk op gelegd dat dit de manier is om waardig bevonden te kunnen worden voor Jehovah. Niet geregeld deelnemen aan de velddienst leidt tot schuldgevoelens, en het aantal gerapporteerde uren is als maatstaf genomen om vast te stellen of iemand "geestelijk zwak" is.

"De door God verordineerde bekendmaking van het goede nieuws van huis tot huis nadert snel haar voltooiing. Wij willen in staat zijn verslag uit te brengen bij Jehovah en met een volledig goed geweten kunnen zeggen: „Ik heb gedaan juist zoals gij mij geboden hebt" (Ezech. 9:11). IJverige van-huis-tot-huisactiviteit zal ons in staat stellen dit te doen."

Onze Koninkrijksdienst, juni 1988, blz. 4

De bijbel leert echter dat niemand door eigen inspanning rechtvaardig verklaard kan worden (Efeze 2:8&9).

 

Conclusie

Geen van de argumenten die het Wachttorengenootschap voor de noodzakelijkheid van huis tot huis prediking aanvoert, of voor het onderscheidende karakter voor échte Christenen hiervan zijn steekhoudend, omdat het Wachttoren Genootschap de betekenis ervan volledig verkeerd toepast. De van huis tot huis prediking is geen bijbels gebod, en zal zeker geen middel kunnen zijn om voor God rechtvaardig verklaard te kunnen worden

"Ja, door deze onverdiende goedheid zijt GIJ door middel van geloof gered; en dit hebt GIJ niet aan UZELF te danken, het is Gods gave. Neen, het is niet aan werken te danken, opdat niemand reden tot roemen zou hebben."

— Efeziërs 2:8,9, Nieuwe Wereld Vertaling

Gerelateerd